Donaties
St. Vishnuh-Genootschap
(KvK: 56636814)
Voor inschrijving en donaties kunt U e-mailen naar vishnuh-genootschap@hotmail.com o.v.v. inschrijving lidmaatschap/ donaties.
FND. Vishnuh-Society
(KvK:56636814)
For registration and donations, you can e-mail to vishnuh-genootschap@hotmail.com stating membership/donations.
Vishnuh Humor
Copyright : Vishnuh-Genootschap
All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted in any form by means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the written permission of the publisher.
Ter bescherming van de originele uitgave zijn alle op deze site geplaatste boeken van het Vishnuh-Genootschap gecodeerd weergegeven en ingekort.
Het Vishnuh-Genootschap vertelt:
Een Levensles voor den Bolleboos
Een Javaans spreekwoord luidt:
“Wees nooit verrast wanneer men de waarheid daar tegen komt waar men deze nooit verwacht, en verwacht ook niet dat de waarheid mild zal zijn”.
“Arrogantie is in het Westen des duivels oorkussen”
Zo zegt de leer van Vishnuh:
“Bescheidenheid” siert elk mens, maar “arrogantie” doet bij de niet verwaande medemens slechts een trauma ontstaan, dat in het nadeel kan werken tegen de arroganten van geest.”
ZIE HIER EEN WAAR GEBEURD VERHAAL
EN ONS GEVOEL VOOR HUMOR HIERIN;
Met onze kleinzoon Lancar hebben “wij” vroeger in Suriname heel wat afgelachen.
Zoals die éne keer…toen 3 in Holland geboren Surinamers met vakantie waren in Suriname, kwamen deze terecht bij Bigi Poika (= een plaats in het binnenland) en hebben een boslandcreool zover gekregen als jachtbegeleider, maar van wapens wilden deze toeristen niets weten.
Zij vonden dat allemaal onnodig en gingen prat op in kennis te hebben van de rimboe, en ze hebben gestudeerd in Holland, dusss.
… De bosneger zweeg en nam de avonturiers diep het bos in totdat één van de drie geleerden plotseling riep “kijk daar een poes lopen, ik ga hem effe aaien.“
Binnen no time stonden ze gedrieën die mooie glimmende zwarte poes te bewonderen. De gids had ze vooraf gewaarschuwd dat zij op het pad moesten blijven dat hij open gekapt had met zijn houwer en ze uitdrukkelijk gezegd daar niet van af te wijken wegens onzichtbare gevaren.
Toen deze inlandse gids op een gegeven moment, bij het horen van een verdacht geluid achter hem, zich omkeerde en het poezelig tafereel aanschouwde was het euvel al geschied.
Eer deze iemand kon waarschuwen voor het dreigend gevaar hoorde hij van heel dichtbij een boosaardig zacht gegrom…
… Zonder zich maar één moment te bedenken koos de gids het hazenpad en liet de arrogante bende, de kromme „R“ sprekende Surinaamse Nederlanders, daar waar ze waren.
De bosneger ging er van uit dat die eigenwijze geleerde heren in diaspora een eigen theorie hadden voor hun snoezig gedrag.
Zij hebben toch gestudeerd in Europa en zijn door hun slimheid waarschijnlijk in staat om zichzelf te redden? Maar de gids wachtte daar in ieder geval niet op en volgde uit voorzorg direct zijn overlevingsinstinct.
Dus, hij zette het meteen op een lopen. (A man tek futu!)
… Met grote haast bewoog de bosneger zich al rennend en springend door het dichte bos, wetende dat als hij bleef staan waar hij was, wis en zeker zou worden overgeleverd aan de willekeuren van de vierpotige dood, die ergens achter een boom op de loer lag en op elk moment zich op de indringers, die op zijn territorium bevinden zou storten en dodelijk toeslaan.
Halverwege de vlucht stopte de gids en terwijl hij zich omkeerde, hoorde hij van heel uit de verte het „woest gegrauw“ van moeder Panter en tegelijkertijd daarboven uit het angstaanjagend gegil van die toeristen. Hun doodskreten gingen door merg en been.
… De bosneger die nog enigszins duizelde van de gebezigde ingewikkelde terminologieën gedurende de gehele reis door zijn ex-klanten, dacht, „wat ben ik blij dat ik geen studiebol ben, en vooral studeren in Holland is geen wijs plan anders was mij nu hetzelfde overkomen en gelukkig heb ik die weetallen om vooruitbetaling gevraagd anders zou ik nu achter het net hebben gevist.”
Uitgeput en hijgend kwam de boslandcreool zijn dorp ingelopen en vertelde zijn mededorpsbewoners in hun eigen taal.
Vrij vertaald; „die geleerde toeristen hebben een poesje geaaid, maar aan hun gejammer te horen heeft moederpoes hun handtastelijkheid niet op prijs gesteld en ze vreselijk toegetakeld. Ze zullen door haar worden opgepeuzeld, en, oh wat konden die gasten schreeuwen zeg!”….
Wat letterlijk werd gezegd door de bosgids : “Den koni buwiki fu bakwa kondwe, fasi wan pikin tigi. Fa den kwe mi bwibi ma tigwi kot den skin, na tigi nyan patu. Den baka buwiki fu baka kondwe bin bawi nanga den tongo sote, te mi kon fede.”
Letterlijk vertaald ; …. De slimme ezels uit het land der blanken (Holland) hebben een kleine tijger aangeraakt. Aan hun gehuil geloofde ik, dat moeder tijger hun lichaam heeft toegetakeld, het is haar etenspot. Die zwarte ezels uit het land van de blanken schreeuwden heel erg met hun tong, dat ik er zelfs bang van werd.”
…Toen wij via via zijn verhaal vernamen hebben wij er smakelijk om gelachen en de tranen schoten uit onze ogen zonder ook maar een greintje medelijden te voelen voor die ongelukkige alwetende toeristen.
Wij woonden destijds nabij het genoemde dorp en het waren immers die omgekomen betweters die ons met de nek hebben aangekeken nadat wij ze eerder op de dag hadden gewaarschuwd voor de oerwoudgevaren alsmede hun de toegang weigerde tot ons dorp daar wij niet gediend zijn van nieuwsgierige aagjes.
Het scheelde niet veel of deze toeristen in diaspora hadden door hun brutale aandringen onze klewangs geproefd, maar onze zwarte Jaguar nam hun brutaliteit voor zijn eigen rekening.
Dat was hun verdiende loon inzake arrogantie, hooghartigheid en onnadenkendheid! Zij waren alwetend en kwamen uit Holland. Ze geloofden ons niet toen wij op grond van menslievendheid vertelde dat er een zwarte wijfjespanter met jonge welpjes in het oerwoud rondliep die niets en niemand in haar omgeving duldde…
… Helaas voor de studiebollen dat ze weerbarstig en alwetend waren en daarnaast niet wilden luisteren naar goede raad. Maar de omringende rimboebewoners zagen in dit ongelukkige voorval wederom hun bijgelovigheid gestaafd, dat de toeristen werden meegenomen door bosgeesten.”
DE GEESTEN HEBBEN GEEN HONGER!
Op een keer toen wij bij middernacht bezig waren met het collecteren van voedsel en goederen die eerder op de dag door een lokale medicijnman samen met zijn klant onder een grote kankantrieboom waren neergelegd voor de geesten, sloegen wij dubbel van het lachen toen de naburige obiaman met zijn twee helpers nog even in het holst van de nacht bij de bewuste kankantrieboom langskwam om zijn buit op te halen…
… Onze kleinzoon Lancar (R.R.Purperhart) was pas 9 jaar oud en hij was erbij, en hij stopte alle centjes in zijn broekzakken die in een aarden potje zaten o.a. halve centen, twee centen, anderhalve centen, stuivers, dubbeltjes en kwartjes, die wij dan weer uitgaven aan allerlei schoolbenodigdheden voor hem en lekkers zodra wij in de stad Paramaribo waren voor onze maandelijkse inkopen.
Toen onze uitkijk rapporteerde dat er mensen aankwamen, een drietal mannen, broeide bij ons meteen een lollig plan om ze de stuipen op het lijf te jagen.
Wij hoorden inderdaad mensen lopen en verscholen ons in het struikgewas. Wij waren in het zwart gehuld zodat wij moeilijk te onderscheiden zijn in het duister…
… Toen de inheemse bezoekers dichterbij waren maakte één van ons een *yorka-achtig boe-geluid. Die mannen stonden, als door een onzichtbare hand tegengehouden opeens stokstijf van angst en tegelijkertijd was in onze groep een onderdrukt gegrinnik te horen van enkele leden, die hun lach nauwelijks konden inhouden.
Iemand van ons gebaarde ze om stil te zijn zodat ze hun lachspieren nog even intomen, anders gaat de lol eraf, dan is het niet leuk meer.
Nogmaals herhaalde één van ons een langgerekte boe-geluid om er kippenvel van te krijgen, ennn plotseling… als het een hardloopwedstrijd was geweest dan zou die bonuman (lees ook sabiman, duman) kandidaat zijn voor de 1ste prijs.
Hij stoof zijn twee leerlingen zoeffff voorbij en gilde het uit van angst en zijn helpers er achteraan alsof de duivel ze op de hielen zat.
Terwijl die drie bosnegerhelden met gezwinde spoed aan de haal gingen riep onze kleinzoon Lancar in zijn kinderlijke onschuld met zijn luide kinderstemmetje „hallo meneer u heeft uw slippers laten liggen“….
… En wij gierden het uit en kregen stuk voor stuk een hoestbui van het lachen. Die inheemse tovenaar was doodsbang voor zijn eigen geesten.
Dat was effe lachen zeg. Het zal wel erg eng hebben geklonken voor die drie onderhavige nachtelijke bezoekers, een Nederlands sprekende kinderstemmetje om middernacht bij hun heilige boom, een Nederlands sprekende kindergeest!
Eerlijk is eerlijk, wij hebben altijd genoten onder een aantal kankantrie bomen, vooral hier bij ons in de buurt. Het verbaasde ons telkens weer over de veelheid aan lekkernijen die er voor het oprapen lagen.
Allemaal klaargemaakte overheerlijke Surinaamse gerechten en spijzen die gemaakt zijn van cassave, rijst en vlees, allemaal netjes bewaard in goed afgedekte kalebassen en aarden potjes en-of samengebonden in bananenbladeren…
… De vrouwen binnen ons gemeenschap waren altijd dolblij wanneer wij met onze ezelskar volgeladen met allerlei lekkers terugkwamen in ons dorp.
Het scheelde ze vaak ook een hoop kookwerk en het is immers erg lekker wanneer een ander heeft gekookt.
Ook drinkwaren ontbraken er niet o.a. whisky soorten Black Cat, White Horse, Johnnie walker , orgeadestroop en rum. Wij werden er laveloos van, we hebben het ons allemaal lekker laten smaken. (Ai wi nyan sopi yere! Wi bin drungu yere sisa! En un sibin yere brada!= Surinaams voor ; We hebben gezopen hoor ! We werden er stomdronken van hoor zuster! En we hebben zitten schransen hoor broeder!)
Zo maken wij altijd dankbaar gebruik van s ‘Lands bijgelovigheid om ons leven in Suriname enigszins te vergemakkelijken en te veraangenamen.
Wat ik ook kan aangeven is dat de aangetroffen gerechten zorgvuldig en écht hygiënisch waren voorbereid door de Surinaamse geestenaanbidders en-of door hun clientèle.
Deze zogenaamde verzoeningsgerechten benadrukken het dagelijkse eetpatroon van de betrokkenen, overwegend afkomstig van het plaatselijke Indiaanse volk en van de leefgemeenschappen van het negroïde ras o.a. boslandcreolen en stadscreolen (die in de Surinaamse volksmond spottend Djoeka’s worden genoemd), die onder de kankantrie bomen en op zogenaamde heilige plaatsen met de regelmaat van de klok etenswaren neerleggen ten behoeve van hun voorouderlijke geesten die geluk zouden moeten brengen.
… Maar los gezien van deze inheemse volken, moet men zich niet vergissen in de Hindoestaanse en de Javaanse gemeenschappen in Suriname.
Deze immigranten afkomstig uit Indonesia en India, die in de 19de eeuw als contractarbeiders Suriname bevolkten, weten ook donders goed hun weg te vinden middels hun guna-guna en andere onfrisse zwarte magie praktijken.
Je zou het bijna niet zeggen vanwege hun ogenschijnlijk rustige aard, maar de laatstgenoemde volken zijn ware experts op het gebied van mediums en bijgelovigheid en bovenal ook master in stupiditeit en onnadenkendheid…
… Kortom; het overgrote deel van de Surinaamse ingezetenen is geloviger dan de paus.
Men hoeft er maar een scheetje te laten en whalla of men heeft daarvoor al een idiote verklaring klaarliggen alsof dit ook al eeuwenlang gedrukt staat, zoals de idiote verklaringen die in de Bijbel, de Koran en in de Bhagavad-Gita voorkomen.
… En het eetbare voedsel evenals de bijgelegde bruikbare spullen, die aan de voet van de heilige kankantriebomen worden gelegd door de boslandcreolen en Indianen, zijn ervoor bedoeld om hun voorouders ermee te bekoren, zodat deze hun wensen laten uitkomen of om het verlangde door de overledenen te doen geschieden.
Of de hiervoorgenoemde rituelen ter verkrijging van voorspoed of wraak wel werkten is tot nog toe zeer onduidelijk. Maar zoals wij hebben waargenomen waren/ zijn hun zogenaamde contacten met voorouders en overledenen je reinste onzin en tovenarij is slechts grote lariekoek. Te denken aan zelfinbeelding door hun eigen goedgelovigheid.
Wij zijn van oorsprong ook geestenjagers, maar onze voorouders noch wij hebben nog nooit één geest gezien noch iets van dien aard terwijl het juist voor ons erg fijn zou zijn wanneer wij als afwisseling ook met boosaardige geesten konden afrekenen, te weten de Apuku’s, busi-yorka’s, bakroe’s, de assima’s, de kromanti winti’s en andere dubieuze waanzinnige spookverschijnselen uit de geestenwereld, die in de Surinaamse volksmond roemrucht zijn en in de hoofden van de bijgelovigen c.q. goedgelovigen wonen…
… Wat wij wel met volle zekerheid weten is alleen maar dat leden van ons dorp toentertijd de èchte geesten waren en gezamenlijk er ook flink van hebben genoten en hun buik rond aten namens de voorouders van de betrokkenen. En tot thans zijn wij graag de geesten van de heilige bomen wanneer het ons goed uit komt.
Het is voorts toch zonde en van de zotte om al het gedeponeerde voedsel te laten bederven, dat steeds onder de genoemde bomen voor dubieuze geesten werden neergelegd door bijgelovige landgenoten, inheemse tovenaars en hun getraumatiseerde slachtoffers?
Iemand moet dat voedsel toch consumeren, doch niet door geesten, want geesten eten niet en wie niet meer leeft kan ook niet eten.
Wij vinden achteloos weggooien van voedsel in het algemeen niet netjes en beschouwen ook deze vorm van voedselverspilling als onverantwoord bijgelovig gedrag.
Aangezien wij weten en ook vaak gezien hebben hoe het proces van voorbereiding tot koken en conservering van dit eten voor de geesten geschiedde door de bijgelovigen, was het voor ons geen enkel probleem om dit voedsel eetbaar te stellen en te nuttigen.
Het was telkens weer voor ons groot feest na een bezoek aan zo’n „heilige boom” zoals de arme bijgelovige Surinaamse stakkers deze kankantrie bomen betitelen.
Het gros van deze geestenaanbidders waren meestal zeer arme mensen die voor zichzelf nauwelijks iets te makken hadden en vaak schulden maakten om hun bijgelovig gedrag te kunnen bekostigen.
Mede daardoor werden deze bijgelovige gasten steeds armer en behielden geen uitzicht op een goed en rustig bestaan. Dit gegeven is tot op de dag van vandaag nog steeds het geval.
… Maar wij houden ons gewoon van de domme en struinen nog steeds vrolijk alle heilige bomen af.
Door deze God gerelateerd bijgeloof van het leeuwendeel van de Surinaamse bevolking, inclusief de lichtgelovigheid der inheemsen (de Indianen), kunnen wij ze derhalve nooit en te nimmer serieus nemen noch vrienden met deze mensen worden dan alleen maar onze relatie beperken tot geven en nemen.
Wij leven ons leven en wij onderhandelen met iedereen met wie handel te drijven is. Maar verder gaan we niet en wij bemoeien ons evenmin met hun manier van leven, daar wij uit ervaring weten dat mensen die in een God en-of in allerlei twijfelachtige geesten en onzinnige dingen geloven en daarnaar leven, doorgaans geniepig, kwaadaardig en onbetrouwbaar zijn als de pest.
… Dit vals gedrag geldt niet alleen voor onze vrome Surinaamse landgenoten, maar dit onstandvastig schijnheilig gedrag bij godsdienstige mensen is wereldwijd duidelijk zichtbaar.
Omgang hebben met dit soort lieden is vermoeiend; het gaat in het begin een tijdje goed, maar al na een paar maanden ontstaan er opeens onaangename dingen in hun omgangswijze die menselijkerwijs geenszins als redelijkheid en billijkheid kunnen worden aangemerkt, en dat allemaal afkomstig van mensen waarmee we denken vriendschap te hebben gesloten en samen een land en wereld delen.
Doch, eenmaal trek je de conclusie, vriendschap met schijnheilige en goedgelovige lieden is een illusie, want ze geloven niet alleen in een God maar bovendien in de gekste dingen die “godsonmogelijk” zijn.
… In onze ogen is het merendeel van de Surinaamse bevolking onprettig gestoord. Dit is het gevolg van de eeuwenlange geloofsonderdrukking en machtsoverwicht door hun koloniale overheersers.
Dit opgelopen geloofstrauma is later na de afschaffing van de slavernij door hypocriete slavenkinderen (afstammelingen) en door andere hielenlikkende soortgenoten voortgezet als de hedendaagse oplossing voor het Surinaamse land en volk.
… Ieder moet het voor zichzelf weten en zijn eigen leven leiden, en zolang wij maar met rust worden gelaten heeft niemand iets van ons te vrezen.
ZELFOPOFFERING
Wij zijn leden van een orde van niet-religieuze wereldburgers en beschouwen onszelf niet als individu, maar als onderdeel van een groep aardbewoners.
En wanneer het niet anders kan zijn wij bereidwillig om tot zelfopoffering over te gaan, als het de groep maar ten goede komt.
Voor onze broeders en zusters hebben we dat er voor over. Dit is uiteraard voor buitenstaanders niet fijn, maar dan moeten ze ook met hun tengels van ons afblijven.
… Wij zijn een grote groep mensen met verantwoordelijkheidsgevoel voor onze gemeenschap, en voor groot en klein. Derhalve laten wij ons door geen sterveling koeioneren noch door overheid of instantie.
Onze voorouders hadden in lang vervlogen tijden samen geleden, de generaties erna evenzo. Zij waren voorzichtig met het nemen van onschuldige levens, en de huidige generatie bevindt zich in hun voetsporen en zal aldus nimmer onschuldige levens geestelijk noch fysiek krenken voor datgene wat anderen hebben misdaan.
Maar wie schuldig is aan een misdaad tegen een van ons zal persoonlijk boeten naar evenredigheid. Daarom wissen wij met gaarne ons individueel belang weg tegen het belang van de groep.
… Dit, omdat wij Vishnuïsten aan elkaar zijn verbonden en door ons gezamenlijk lijden meer dan familie zijn van elkaar.
… Het Vishnuh-Genootschap zal altijd paraat staan voor zelfbescherming en bij bedreiging ten strijde trekken tegen de gezamenlijke vijand, welke verscholen zit in de kwaadaardige, goedgelovige en verwaande mensheid.
Onze voorouders zijn onze nobele voorbeelden, die bij tijd en wijle zichzelf hebben opgeofferd, zodat de groep verder in vrede kon leven of veilig kon vluchten ter behoud van het leven.
Dit is het edel streven van een Vishnuïst zodat onze groepen wereldwijd voort kunnen leven in alle leefomstandigheden en zoals van oudsher onze gezamenlijke vijand met grote schreden voor zijn.
Wij Vishnuïsten zijn zelfopofferingsgezind en dit zal voor altijd zo blijven, en wie de les van het leven niet heeft geleerd zal uiteindelijk uitsterven.
Op grond van weerwraak is geen weg voor ons te lang en geen berg te hoog, want wie te recht straf verdiend, zal boeten tot zijn graf.
Tegenwoordig worden nog geregeld winti- en andere bosrituelen gehouden op excentrieke plaatsen binnen en buiten het woongebied van de bijgelovige Surinaamse inwoners.
Deze voor Surinamers heilige plaatsen hebben wij nauwkeurig in kaart gebracht zodat elk van ons de weg naar de Heilige bomen en geheiligde plaatsen met gemak weet te vinden.
Alhoewel dit soort rituelen van geestenaanbidding momenteel veel minder geschiedt dan voorheen, vinden wij het op zich heel erg jammer vooral gelet op het feit dat wij er beter van werden.
Derhalve zijn wij zeker geen voorstander van afschaffing van dit gedeelte van lands volkscultuur en zien daartoe graag dat het Surinaamse volk haar bijgelovigheid op geestengebied niet inboet door de opkomende nuchterheid van de jonge generatie Surinamers.
Maar de tijd staat gelukkig voor niemand stil, aldus berusten ook wij ons erin- en maken plaats op de pas voor nieuwe ontwikkelingen, die wij enerzijds zeer uitbundig toejuichen, ondanks dat anderzijds onze “voedselbomen” heden ten dage minder eterij opleveren dan vroeger het geval was.
Tot de jaren 70 was het voor ons een goeie mooie tijd, en wij lusten er op bijna alles nog steeds een hapje van!
WEET JE WEET JE…
* Wat is een Yorka?
In de winti cultuur van de gekerstend creoolse dan wel Ndjuka (lees djoeka) gemeenschap van Suriname wordt de geest van een overleden mens “yorka” genoemd.
In de loop van de geschiedenis hebben vele vrijgemaakte slavenvolken tijdens en na de afschaffing van de slavernij hun eigen religie (Winti godsdienst) samengeflanst op basis van bestaande fabels, sprookjes en vreemde godsdiensten.
Zij hebben in hun dromen de Bijbel opgelepeld, dus het voorbeeld van de kerk zich eigen gemaakt en een eigen godsdienst gecreëerd.
Wat of Wie is een Djoeka?
Het woord “Ndjuka” is van origine een scheldwoord, dat in Suriname is ontstaan tijdens de slavernij en betekend “Jodenpoep”, Ndju= Jood, afgeleid van het Engelse “Jew”, en “Ka” is Surinaams voor “poep” (afgeleid uit het Nederlandse woord “Kak”.)
Dus de negerbevolking van Suriname werd destijds aangeduid als “Jodenpoep” door hun wrede blanke christelijke meesters, omdat dit negeroïde volk in de slaventijd veelal geijkt werd voor het wegdragen en ledigen van de beertonnen der Joden en andere blanke kolonialisten.
Dit was heel zielig en vernederend voor de voorouders die destijds daarmee te maken hebben gehad. Helaas is het begrip Djoeka tegenwoordig verworden tot een geijkt Surinaamse scheldwoord, want de moderne afstammelingen van deze voormalige negers schelden elkaar te pas en te onpas uit voor Ndjuka en-of tot vernedering van soortgenoten en anderen.
Dit huidige door Surinamers gebezigde scheldwoord, dat haar oorsprong heeft uit de slaventijd, wordt in de huidige tijd als doodnormaal ervaren door de Surinaamse gemeenschap, enwel in de ruimste zin des woords.
Wat is het verschil tussen een Creool, Boslandcreool en Bosneger?
… Een Creool is een mengeling c.q. afstammeling van een blanke vader en een zwarte moeder.
Dit ras ontstond vanaf de beginperiode van de slavernij waarin mannen en vrouwen van elkaar werden gescheiden en onderling geen gemeenschap mochten hebben, behalve als de meester nieuwe slaven nodig had en hiervoor destijds de sterkste negers gebruikten als dekhengsten.
Maar voor het overige waren destijds alleen de blanke meesters gerechtigd geslachtsgemeenschap met hun slavinnen te hebben. De kinderen die hieruit voortkwamen werden creolen genoemd, afgeleid van “krioelen”, want het krioelde in die tijd van dit soort halfbloed kinderen.
En zo werden deze zwarte vrouwen eeuwenlang naar believen verkracht door hun blanke christelijke meesters voordat de mannelijke zwarte slaven later in de geschiedenis algeheel toestemming kregen om zich met de eigen soort te mogen vermenigvuldigen.
… Deze lichtgetinte kinderen als de afstammelingen van de blanke vaders werden door hun verwekkers niet erkend, maar ze hadden ten opzichte van andere slaven een beter leven.
Hiertoe mochten zij op het erf wonen dichtbij het woonhuis van hun baas en kregen huishoudelijke baantjes als bediende, koetsier en voorman (Basja.) Deze laatste hanteerde gretig de karwats tegen de ongelukkige slaven die in de moestuinen en op de plantages te werk werden gesteld.
Voorts hebben deze creolen een voorname rol gespeeld in het op wrede wijze afstraffen van gevangen genomen weggelopen mannelijke en vrouwelijke slaven.
Vooral de slavinnen van zeer jong tot oud hadden van deze creolen het meest te lijden gehad die geregeld door hun blanke vaders werden ingezet als dekhengsten.
De zwarte vrouwen hadden dit maar te nemen door vrijwillige overgave. Bij weigering werden ze door verkrachting murw gemaakt en wie bleef tegenstribbelen werd onder buitenproportioneel geweld verkracht door hun creoolse fortelaars.
En hun blanke meesters stonden erbij en keken ernaar of hun mensonterende instructies correct werden uitgevoerd door hun bastaardzonen.
… Maar ondanks hun voordeelpositie werden deze creolen toch als smerige bastaards en als verachtelijke uitschot beschouwd door de blanke overheersing.
Het merendeel van deze stadscreolen voelde zich verheven boven de slaven, ze waren immers in die blanke samenleving de beulen en hun overheersers van de tweede graad.
Voorts deden ze alles om in de gunst te komen bij hun meester; hiervan is “witte voetjes maken” van afgeleid.
Deze creolen verklikten alles wat in hun ogen verkeerd was aan hun blanke meesters, die tevens hun vader was.
Ze logen meestal alles bij elkaar en deden geregeld valse aantijgingen tegen de slaven om meer aanzien te krijgen en waren zoals hun meesters ook zo corrupt als de kolere.
Toen de koloniën onafhankelijk werden kregen de meeste inwoners van Suriname wederom te kampen met een dictatoriaal en corrupt bewind en grote klassenverschillen, waar een kleine groep zeer welgestelde bevoordeelden (migranten) en afstammelingen van de blanken (de stadscreolen) over een zeer grote groep mensen heersen, die nauwelijks in de primaire levensbehoeften kan voorzien.
Hun regeringsleiders hebben namelijk afgekeken van de kolonialisten en helaas ook hun slechte manieren overgeërfd.
… En bosnegers daarentegen zijn de directe afstammelingen van vroegere weggelopen slaven. Echter, is een groot deel van deze nageslachten na de afschaffing van de slavernij tot het katholicisme overgegaan. Deze nakomelingen zagen het samen heulen en vermenging met de stadscreolen als de oplossing voor hun geïsoleerd en armoedig bestaan. Hiermede is het tijdperk van een nieuw mengras ingeluid, -Bosneger vermenging met de Stadscreool. Zo ontstond de “Boslandcreool.”
Boslandcreolen zijn heden ten dage herkenbaar aan de ketting om hun nek met een grote of kleine kruis eraan, meestal jongeren die slecht beïnvloed zijn door hun oudelui.
… Deze afstammelingen zetten de traditie van voorouderlijk verraad voort uit onwetendheid en blijven zodoende het goddelijk kwaad verspreiden in hun gelederen.
… Dit euvel zal in de toekomst vele slachtoffers maken onder hun nageslachten, zodat het voortbestaan van de Bijbelse vloek zal worden ervaren als een nimmer aflatende ziekte. In feite zijn deze slaafse nakomelingen een gewetenloze bende die zijn weerga niet kent die in de voetsporen is getreden van hun voorouderlijke kwellers c.q. onderdrukkers!
Zo heeft dit nieuwe mensentype, “de boslandcreolen”, hun woonplaats dichtbij de voor hun bewoonde wereld gesitueerd en zich vervolgens verdiept in het koloniaal systeem van hun vroegere overheersers om er beter van te worden.
Daartoe hebben deze principeloze overlopers gaandeweg medesoortgenoten bewogen tot het godsgeloof, gebruiken en gewoonten van hun voorouderlijke moordenaars en ze de vermenging met die vroegere verachtelijke creoolse gemeenschap aangespoord.
Het is daarom niet vreemd dat de meeste van deze bootlickers een kerk hebben midden in hun gemeenschap in het bos en hun leefstijl, zeden en voorouderlijke gebruiken, vermengd met blanke gebruiken en gewoontes.
… Deze ontwikkeling van bovenstaande menstype (de boslandcreolen) en hun gedrag is in antithese tot de diep in het oerwoud teruggetrokken Bosnegers die zich als de pure afstammelingen van de oorspronkelijke weggelopen slaven mogen beschouwen en zich nimmer hebben geassocieerd met de creoolse dan wel de blanke gemeenschap, noch met de blanke godsdienstbeleving noch met het verderfelijk koloniaal systeem.
Deze groep leeft nog steeds zoals voorouds met hun voorouderlijke normen en waarden diep in de binnenlanden van Suriname en Brazilië.
Alhoewel in de afgelopen eeuw deze zwarte inlanders contact hebben gezocht met de buitenwereld om uiteenlopende redenen, zijn ze toch hun voorouderlijke levensstijl trouw gebleven.
Deze zijn de echte Bosnegers, de Marrons, die zich terecht als afkomstig van de weggelopen slaven mogen beschouwen, waarvan hun voorouders diep in het oerwoud een eigen taal hebben gecreëerd met wat ze in de beginperiode in stand hebben weten te houden uit hun vaderland, en die is vermengd met de koloniale invloeden van destijds.
… Ondanks het feit, dat de meeste boslandcreolen en stadscreolen roetzwart zijn, zwart, donkerbruin, bruin of lichtbruin, hebben ze meer of minder blanke bloed in hun aderen stromen.
Het is ook geen wonder, dat een groot deel van de bosland- en stadscreolen het middeleeuws Nederlandse leefstijl en gedrag hanteert, onder anderen;
- ze zijn meestal gierig jegens hun eigen soort, maar ten opzichte van buitenstaanders zijn ze gulhartig, behulpzaam en goedmoedig.
- Daarnaast prefereren ze uitbuiting van hun eigen soort en laat ze liever creperen waar mogelijk, maar tegenover anderen die het niet verdienen zijn ze goed voor en zorgzaam.
- Verder zijn ze bemoeizuchtig en denken alles beter te weten dan een ander.
- Voorts hebben ze een ziekelijke neiging om anderen ter plekke te verraden en zijn zo schijnheilig als de neten.
… En het trieste van dit alles is de onzichtbare kronkel in hun hersenpan, want ze hebben inwendig een gloeiende hekel aan blanke mensen, maar als ze tegenover blanken staan, dan vertonen ze de “Blanke vrees”; dit is onderdanigheid en slijmerig gedrag naar de blanken toe.
Dit geldt ook voor de andere bevolkingsgroepen o.a. de Hindoestanen en Javanen. Niet alle creolen c.q. Surinamers gedragen zich zoals hiervoor uiteengezet, maar wie de schoen past trekke hem aan.
… Dus het merendeel is ronduit hypocriet, precies zoals de blanke meerderheid in de Westerse wereld geschoeid is.
Behalve het feit, dat ze de blanke godsdienst ijverig aanhangen en zelfs geloviger zijn dan de Paus, dus de godsdienstleer van de moordenaars van hun voorouders adoreren alsof het de hunne is, zijn ze ergens helemaal van overtuigd dat ze ondanks hun zwarte/ bruine huidskleur blank zijn.
Dit laatste is af te leiden uit hun gedrag, hun spraak met verdraaide tong en hun manier van denken en doen.
Dit slavenvolk heeft op een gegeven moment in de geschiedenis haar nieuwe godsdienst (Winti religie) doorspekt met reeds bestaande verhalen van haar vroegere meesters, en deze gecompleteerd met haar eigen visserslatijn.
Vervolgens heeft zij alles, wat nuttig voor haar nieuwe religie werd bevonden, in een eigenwijs Afrikaans-Surinaams jasje gegoten. En deze nieuwe door haarzelf gecreëerde winti-religie wordt vandaag de dag nog steeds aangevuld met diverse items door zogeheten medicijnmannen oftewel toverdokters, die een varia aan zelfbedachte professie titels dragen o.a. Obiaman, Bonuman, Duman, Lukuman, Piyai Inghi, Wisiman, etc.
Dus de Surinaamse Winti cultuur, tegenwoordig ook bekend als “Afro-Surinaamse religie”, is in wezen een mengelmoes over van alles dat binnen de invloedsfeer van dit volk past.
En ook al gelooft dit getraumatiseerde Surinaamse negroïde volk er zelf heilig in haar zelfbedachte voorouderlijke traditie, dat voor een minuscuul onbeduidend klein beetje overeenkomt met de realiteit, o.a. dat haar voorouders uit Afrika komen, is hiermee ook alles al gezegd.
… Feit is, dat dit quasi Afrikaanse volk haar samengeweven godsdienst, de winti-religie, grotendeels heeft gegenereerd van derden, met name van de kolonisten.
Dit is ook volstrekt geen wonder, want ze kregen helaas van hun vroegere koloniale meesters letterlijk en figuurlijk de “wind” van voren. Het woord “Winti” is afgeleid van “het Hollandsche “wind” (let op; spelling van 1914 n.e.), later werd dit begrip in de Surinaamse volksmond bekend als “geest” c.q. “bos of natuurgeest, natuurgod” waarna dit oorspronkelijk Nederlandse woord naderhand een eigen leven is gaan leiden in de Surinaamse volkstaal, rituelen, gebeden en gebruiken.
De Surinaamse negers dan wel de Creoolse bevolking hebben gaandeweg de Surinaamse geschiedontwikkeling er van alles bij elkaar bedacht ten behoeve van hun winti-godsdienst. Ze hebben allengs allerlei theorieën en rituelen ontwikkeld als afkomstig van hun Afrikaanse voorouders, terwijl het grootste gedeelte van de Surinaamse Winti beschaving en bezweringscultuur gefingeerd is op basis van Bijbelse rituelen en gebeden, op puur bijgeloof en een grote dosis primitieve idioterie.
De Winti-theorieën zijn in één woord ridicuul en de geestenvertelsels die daarin zijn verwerkt werken op de lachspieren, wat niet wegneemt dat dit deel van het Surinaamse negervolk erg vindingrijk en creatief is.
… Ofschoon het allemaal bullshit is wat het Surinaamse volk uitkraamt rondom haar Winti bezigheden en Winti-religie, die grotendeels een primitieve en op eigen leest geschoeide nabootsing is van de godsdienst cultuur van hun gewezen koloniale bazen, is het toch zeer vermakelijk om hieraan herinnerd te worden.
In onze ogen zijn het zeer hilarische en komische, maar ook bewonderenswaardige voorstellingen om te zien hoe deze Surinaamse bijgelovige negerbevolking, door middel van dans, zang en allerlei bijeengeraapte primitieve capriolen hun uiterste best doen om haar culturele uitvindingen en winti-godsdienst geloofwaardig over te laten komen, die zij inmiddels heeft uiteengezet in boekvorm en geheel gecompleteerd met een winti-woordenboek.
Obia show 1
https://www.youtube.com/watch?v=7s9GpAjA0EQ
De voorbereiding:
Voordat een medicijnman aan zijn obia of winti voorstelling begint, giet hij zich meestal eerst stiekem helemaal vol met alcoholische dranken o.a. Whisky, casiri of zelf gebrouwen bier.
Zo hebben deze medicijnmannen hun dorpsgenoten ook met de tijd leren zuipen. Het is binnen de Surinaamse gemeenschap bekend, dat het merendeel van de bonumannen zich gretig tegoed doen aan hallucinerende planten (Marihuana oftewel Cannabis sativa) en paddo’s (hallucinerende Paddestoelen.)
Verder hebben alle bonumannen hun eigen zelfbedachte obia-rituelen en attributen.
… En als ze eenmaal stomdronken zijn en in een roes verkeren of stoned zijn, dan spreken/ mompelen ze rap hun zelfverzonnen toverspreuken uit in volledig onverstaanbare wartaal (hun zogenaamde Kromanti= tovenaarstaal), in werkelijkheid gewoon dronkemanstaal, maar dan in het Surinaams of wat voor hun gevoel als voorouderlijk bosnegertaal doorgaat.
… Meestal weten deze toverdokters zelf niet eens wat ze in de rondte lallen oftewel in hun dronkenschap uitkramen, maar hun Kromanti-taal uitleggen doen ze evenmin. Hun geijkte interpretatie hierover is, dat het de taal is van voorouderlijke geesten.
En vragen als; welke soort geesten deze kromanti-taal bezigen, hoe deze eruit zien, waar deze geesten precies wonen, en waar is de geestenwereld gevestigd?
Voor deze en nog meer vragen geldt bij deze toverdokters als standaard; “alleen Joost mag dit allemaal weten.”
… Dus door hun bewuste drugs en alcoholgebruik raken de bonumannen in geestvervoering (trance.)
En ten behoeve van hun rituelen worden zij hierbij telkens beestachtig wild en overmoedig in hun dansimprovisatie; ze stampen heel hard met de voeten en springen als gekken in de rondte, ook voelen zij minder of geen pijn bij brandwonden die ze oplopen en andere fysieke verwondingen, die zij zichzelf tijdens hun idiote capriolen aanbrengen met botte kapmessen of middels andere voor dit doel zelf geprepareerde snijvoorwerpen en steeksels.
Sommige toverdokters sterven binnen afzienbare tijd, nadat zij tijdens een bonuman show in hun stoerheid stukjes glas hebben geconsumeerd.
In het bos lopen er geen chirurgen rond die snel een operatie kunnen uitvoeren. Tegen die tijd dat een patiënt de stad bereikt is deze al lang overleden aan zijn verwondingen. Eigen schuld dikke bult. En voor alles, ook in dit geval geldt; “het hinkende paard komt pas achteraan.”
Dus pas wanneer een toverdokter aan het ontnuchteren is voelt hij de pijn en verzorgt hij zijn wonden.
Dit gegeven word aan het oog van de belanghebbenden en sympathisanten onttrokken. De zogenaamde obiameesters moeten immers hun verwondingen angstvallig geheim houden, want stel je voor wanneer het publiek erachter komt, dat zij belazerd is door iemand die voor zijn dagelijkse brood zich obiaman of toverdokter noemt.
Bij ontdekking kan deze laatste zijn bonu-professie in de toekomst wel helemaal gaan vergeten. Hij verdient dan geen homp brood meer en zelfs geen zwerfhond die naar zo’n bonuman omkijkt.
… Alle hierboven genoemde elementen vormen de voorwaarde voor een indrukwekkende voorstelling vol onzinnigheden en dwaasheden.
… Alhoewel het merendeel van de obia-meesters zich vooraf insmeert met een harsachtig goedje, dat na droging als een soort hardplastic het lichaam en voetzolen beschermt teneinde erge lichamelijke verwondingen te voorkomen, loopt hun dansvoorstelling toch vaak uit op fysieke letsels omdat ze niet zelden overdrijven en hanengedrag vertonen tijdens hun obia-show en daardoor de harslaag beschadigen, die zij van te voren op het lichaam hadden aangebracht voor hun doeleinden…
… En om de harslaag te camoufleren worden de plekken op het lichaam, die van een harslaag zijn voorzien, bedekt met een laagje poeder.
Dit zelf geprepareerde poeder zorgt er ook voor dat het bloed, ontstaan door schade aan de huid of het lichaam, stolt en zodoende de wond onzichtbaar maakt. “Het is onwaarschijnlijk, maar sommige grootsprakerige insiders hebben beweerd, dat er ook obiamannen bestaan wiens voetzolen voorzien zijn van een dikke eeltlaag, die a.h.w. pijnloos, als de hoeven van een paard kunnen worden beslagen door een hoefsmid.
… Of dit laatste waar is kunnen wij echter niet beamen, daar niemand van ons genootschap ooit een mens met zulk een dikke hoornlaag onder zijn voeten heeft gezien, vergelijkbaar als dat van een paard, zoals in de Surinaamse binnenlanden word beweerd door Obia fanatici.”
… Doornen, glasscherven en dergelijke blijven altijd in de huid zitten gedurende de obia show van de bostovenaar en worden pas verwijderd nadat de show is afgelopen. Dit is, zoals reeds aangehaald, ter voorkoming van ontdekking door toeschouwers en potentiële klanten.
Vooral deze laatste moeten niet erachter komen, dat de hele obia vertoning in werkelijkheid nep is en dat die zogenaamde tovermeesters door hun geestenshow niet immuun worden, maar bij alle Winti capriolen die ze uitvoeren, zoals ieder ander levend wezen, levensgevaarlijk gewond kunnen raken en bloeden als een geslachte rund.
… Het is verder toch wel allemaal instructief, leuk en koddig om te zien, en lachen is gezond. Dit laatste is vooral het geval wanneer men ziet hoe een bonuman-geestenuitdrijver, die een specialist is onder de specialisten, de boze geesten van zijn goedgelovige cliënt uitdrijft.
En deze duiveluitdrijving geschied altijd onder het toeziend oog van een bekwame, koelbloedige en toegewijd vrouwelijke assistent, die moet toezien dat het exorcistisch ritueel correct wordt uitgevoerd door de behandelende geneesheer. Naar later bleek, heeft de patiënt in het volgend filmpje, helaas de bonu-behandeling door de ervaren natuurgenezer (bonuman), toch niet overleefd.
Zie het filmpje hierover.
https://www.youtube.com/watch?v=9XlqjWQspxM
Het is zeer barbaars, erg pijnlijk en wreed, en vaak schieten klanten van zo’n specialist hun leven bij in.
Wanneer een klant het leven laat tijdens een geestenuitdrijving geldt dan de stelling “de boze geesten in die mens zijn verdreven, maar hij/ zij oftewel deze idioot heeft de duiveluitdrijving niet doorstaan en de geest gegeven. ”Het is in deze contreien doodnormaal. In Suriname kijkt hier niemand meer van op.
Wat mij ook telkens doet verbazen bij een obia show is de stoïcijnsheid van de omstanders en de klanten van de bonuman, die zo doodserieus in dit bijgelovige spektakel opgaan en zich dienovereenkomstig maf gedragen…
…Zie de “Boslandcreolen” in Obia show 2
https://www.youtube.com/watch?v=uRxYUzGJ7BM
… Ik heb me vroeger vaker afgevraagd of wij de enige waren die zo sceptisch tegenover dit soort dingen staan.
… Gelukkig is dit thans niet meer het geval. Tegenwoordig is het mij helemaal duidelijk dat er ook een heleboel mensen op de wereld zijn in alle talen, rassen en volken, die denken, leven en voelen net zoals wij (c.q. Vishnuh-Genootschap.)
… Zo heb ik eens een obiashow bijgewoond van een buurtgemeenschap samen met een groep vishnuïsten.
Tijdens die show kwam alles wat die bosnegers presteerden zo overweldigend op mij over, dat ik toch het fijne daarvan wilde weten.
Ik vroeg bij die gelegenheid aan een ervaren en vervaarlijk uitziende Obiaman, die gewapend met een kapmes in de hand grommend ons voorbij denderde, of ik zijn kapmes voor hem mocht slijpen en hem dan daarmee te lijf mag gaan zodat men kan zien dat de geesten waar hij zich zo serieus voor ijverde, hem inderdaad zouden beschermen wanneer in het echt op hem zou worden ingehakt.
… Als dit waar is dat deze obia-negers door hun winti en obia geesten immuun worden tegen o.a. kogels, pijl en boog en tegen alle soorten werp en steekvoorwerpen – en schietwapens, dan zouden wij ook onherroepelijk ons naarstig met obia en winti geesten gaan bezighouden.
Ze kunnen erg handig zijn in een gevecht ten aanzien van onaantastbaarheid.
… Maar die Bonuman vond mijn voorstel en opmerking zichtbaar niet leuk, hij argumenteerde niet maar stond mij even doordringend aan te kijken en liep plotseling boos weg, wetende dat als hij iets gemeen tegen een van ons zou zeggen de dood hem direct in de ogen zou kijken. Het Vishnuh-Genootschap maakt in principe geen grappen met dit soort gestoorde omwonenden.
Toen de betreffende Bonuman op dat moment mijn groep observeerde, begreep hij meteen, dat mijn vraag niet als grap was bedoeld, maar menens. Deze bosnegers zijn bloeddorstig, fors, sterk en ook haatdragend.
Deze zijn de voornaamste redenen waarom het genootschap bij onenigheid met dit volk geen halve maatregelen neemt, maar bij het geringste teken van gevaar gewoon er op los hakt, zodat voor de vijand geen mogelijkheid bestaat om eventueel later nog revanche te nemen.
… Het Vishnuh-Genootschap handelt, volgens haar gevoel van verbondenheid en eenheid met de natuur, dus hard maar rechtvaardig ten opzichte van alles en ieder levend wezen.
Ook “wij” hebben het recht evenals ieder ander, om op deze aardbol te mogen leven in de lijn van onze voorouders, zodat wij vrij en zonder achterom te hoeven kijken rustig verder kunnen gaan met ons dagelijks leven en sociale bezigheden.
… In de binnenlanden van het Amazonegebied kent men er alleen de hoofdwetten van de natuur, deze zijn sterven of overleven.
Behoudens de vriendelijke stammen en loslopende nomaden die ook in het oerwoud wonen en er ronddwalen, is “uitkijken” voor iedere oerwoudbewoner de beste raadgever. Het is tevens hier belangrijk door te allen tijde voorzichtigheid in acht te nemen en op te passen met wie men contacten onderhoud, doordat in deze verlaten bosgebieden geen betere wetshandhaver is dan jezelf en de gemeenschap waarin men leeft.
… Het is bij dit inheemse volk telkenmale gebleken dat door haar idiote bijgelovigheid zij heel onverwacht uit de hoek kan komen. De empirie heeft het Vishnuh-Genootschap geleerd, dat dit negroïde inlandse volk niet helemaal betrouwbaar is in de omgang met mede oerwoudbewoners.
En het is bij deze inlanders niet eenvoudig op te maken wanneer ze het goed met je menen en wanneer het een grapje betreft, daar ze normaliter terug komen op een ruzie wanneer men denkt dat deze reeds lang is uitgepraat.
… Het is sociaal verantwoord om ten opzichte van iedereen hier in de jungle boudweg en definitief te zijn teneinde de eigen gemeenschap met succes tegen onberekenbare oerwoudbewoners te kunnen beschermen.
De meeste bosbewoners zijn naar ons inziens uitermate krankzinnig in hun leefgedrag, en wie hiertussen wil leven en niet verjaagt wenst te worden, moet gekker zijn dan zij.
Zo zegt de leer van Vishnuh:
“De mens is het gevaarlijkste roofdier, dat op deze aarde rondloopt.”
Om op mijn verhaal terug te komen; de toverdokter, die ik had aangesproken inzake mijn voorstel op waarheidsvinding van zijn obia geesten die hem zogenaamd immuun kon maken tegen pijn en letsel op het lichaam, realiseerde zich direct wat voor vlees hij in de kuip had.
… Volgens stadse insiders gaat het rustiek en gemoedelijk aan toe in het diepe binnenland van Suriname waarin men er voornamelijk aangewezen is op zichzelf, terwijl de werkelijkheid schrijnend, wrang en onvriendelijk te noemen is.
… Het Vishnuh-Genootschap komt altijd op voor haar leden en diens mening, en indien er gevaar voor haar dreigt handelt zij gepast en meedogenloos om zich het leven te handhaven.
… Om zich staande te kunnen houden in het oerwoud, formeren de volgende elementen tezamen de wet van overleving, die het genootschap en haar leden zoals vanouds hanteert tegen mede oerwoudbewoners, inhoudende; –
a. – discussiëren mag te allen tijde, want debatteren is ieder zijn grondrecht;
b. – iedereen mag vrij praten en schelden, want deze doen geen pijn;
c. – maar onthoudt dat men in dit alles met zijn fikken van ons afblijft, want wie zijn hand opheft tot fysieke vernedering van de ander, heeft middels dat gebaar zijn eigen leven zonder meer opgegeven.
… Aan robbertje vechten doen wij Vishnuïsten echter alleen in privésfeer, maar dan slechts om ons de dierenbewegingen en vechttechnieken, die in onze overlevingsleer voorkomen, eigen te maken.
Wij slaan elkaar niet, want slaan is een teken van minachting, maar we oefenen met elkaar en buiten ons leefgebied beoefenen wij ter zelfbescherming de Pencak-Silat krijgskunde. En Pencak-Silat is ontwikkeld voor de slagvelden, voor een gevecht op leven en dood.
Deze gevechtsleer is voor ons de ultieme manier om verzekerd te zijn van onze veiligheid in het verkeer met onze capricieuze medeburen in het bos.
… Daarnaast stuiten wij regelmatig op gevallen die rechtgeaarde mensen direct zouden beroeren tot melijwekkendheid, maar die niet de moeite waard zijn om zich er enigszins mee bezig te houden.
Dit, omdat het menselijk leed, door de denkwijze van de veroorzaker(s) en dragers van voorouderverering, moeilijk tot hun brein doordringbaar is.
… Met andere woorden; de dragers, dit zijn de slachtoffers, laten zich liever doodslaan en naar willekeur verkrachten, dan tot zich laten doordringen, dat ze feitelijk fysiek en geestelijk zwaar worden mishandeld door de veroorzakers, dit zijn de zogenaamde wijze mannen/ vrouwen van het dorp, dorpshoofd, obiaman en waarzegger.
Beide partijen zijn ervan overtuigd, dat ze alleen door toepassing van de procedure en de geneeswijze van hun voorouders in te willigen, fysiek zowel geestelijk zullen herstellen van hun vermeende bezetenheid of twijfelachtige ziekte. Het is dieptreurig, maar dit is tot op heden nog steeds het geval.
Mensen die met bijgelovigheid zijn opgevoed zijn niet te veranderen en buitendien onbetrouwbaar. En wie het aandurft om met welke goede intenties dan ook de slachtoffers te willen helpen uit hun lijden, of denkt zich te kunnen mengen in hun voorouderlijk barbaars volksgebruik, loopt de kans als kwaaddoener te worden aangemerkt en wordt zeker bestraft met de dood.
Het Vishnuh-Genootschap is in principe hulpvaardig, maar het heeft geen zin om hulp te bieden aan medemensen, die niet geholpen willen worden. Het genootschap heeft nergens een schuldgevoel over. Derhalve heeft zij ook geen enkele reden om voor iets noch voor iemand angstig te zijn.
Aangezien er in het oerwoud rondom ons weinig te beleven valt, nodigen wij graag onszelf geregeld uit wanneer er weer een “barbaarse gelegenheid” zich voordoet bij onze gastvrije bosburen, die wij beschouwen als een welkome aanvulling en een grappige belevenis in ons jungle-bestaan.
En altijd kijken wij met volle belangstelling en vermakelijk toe naar de bonu-verrichtingen van onze negerburen, waar wij, ondanks hun gastvrijheid, soms het gevoel krijgen, dat ze ons feitelijk liever zien gaan dan komen.
Dat wij hangende hun seances geregeld de stuipen krijgen van het lachen door hun, voor ons komische geneeswijze, hebben deze boslandcreolen zich zichtbaar nimmer aan gestoord.
Ze doen stoïcijns inzake hun geneesprocedure op de patiënt, alsof het een lust is. Het Vishnuh-Genootschap staat bekend als een goedlachse gemeenschap.
Zodoende ergert zich niemand aan het gelach van haar leden, dat erg hevig wordt naarmate de expressie van de onderdrukte pijn van het slachtoffer gedurende zijn behandeling duidelijk op zijn gezicht is af te lezen.
Deze negers blijven serieus in hun bloedbad, het is er doodnormaal. En na afloop van hun merkwaardige bonu-geneeswijze krijgt het slachtoffer en behandelende geneesheer van ons gemeenschap altijd een welverdiend staande ovatie.
Alhoewel onze negerburen nog nooit op een applaus van onze groep hebben gereageerd, ook niet een teken van dank, hebben we daar geen moeite mee. En telkens wanneer wij hierop terugblikken stellen wij vast, dat wij ons over hun ondank niet druk hoeven te maken. Wij althans hebben in ieder geval een leuke middag gehad, en voor de goede orde de showmaster en zijn bont en blauw geslagen slachtoffer hartelijk en beleefd bedankt voor hun obia-opvoering.
… Nogmaals “het Vishnuh-Genootschap” lacht niemand uit, want medemensen uitlachen gaat gepaard met schuine bijgedachten. Niemand is meer of minder dan gij en het is niet fijn en netjes om anderen uit te lachen. Dus medemensen uitlachen is gemeen.
Daarentegen is “toelachen” erg gezond en behelst positiviteit en sympathie voor de medemens en zijn ding, en is derhalve menselijkerwijs toegestaan.
Men dient nimmer mensen uit te lachen om hun gebruik of om wat dan ook, maar mensen toelachen is een teken van sympathie en maatschappelijk begrip.
Daarom kunnen wij ook vrij lachen om alles, zonder daarbij kwade bedoelingen te koesteren voor de ander zijn gebruiken, zeden en gewoonten. Tja, gelovigen zijn “rare jongens”, en wellicht vinden zij dit ook van ons!
https://www.youtube.com/watch?v=gCSt_PO_0pk
Van Generatie op Generatie
De eerste generatie Afrikaanse voorouders die honderden jaren geleden door kolonialisten in Suriname en elders in Zuid-Amerika aan land werden gebracht waren de pioniers van het negroïde ras, die door allerlei vormen van mensenrechtenschendingen door de vrome wereldheerschappij gedwongen werden om het boetekleed aan te doen.
… Deze negerslaven, die destijds bij de Afrikaanse westkust door hun Afrikaanse broeders aan blanke mensenhandelaren werden verkocht, hadden in het land waar ze aan land werden gebracht echter geen ander alternatief dan hun eigen weg te zoeken, door weg te vluchten van hun kwaadaardige Christelijke meesters of door zich in hun miserabel lot te berusten en sterven.
Deze zwarte mensen waren de eerste Surinamers van Afrikaanse komaf, met name “de vergane glorie”, die letterlijk en figuurlijk alle ontberingen hebben moeten verdragen en wiens bloed rijkelijk heeft gevloeid in Suriname, en dit alles tegen hun wil in.
… En de huidige kansloze restanten van de slavernij, die zich heden te pas en te onpas Surinamers noemen dwalen tegenwoordig nog rond in een waas van dwaasheid, gebaseerd op de onwetendheid van de vierde generatie voorouders, met als resultaat dat ze wederom in herhaling zijn gevallen en hierin dreigen te zullen blijven vastzitten.
Hierin zullen ze inderdaad blijven hangen zolang er uit hun midden geen aanstalten wordt gemaakt met verbetering van hun positie en beseffen, dat ze ondanks hun vele gebeden en godsdienstfanatisme steeds dieper in hun eigen stront wegzinken, dankzij God…
… Deze religieuze traditie van het huidige Surinaamse volk is niet linea-recta afkomstig van de 1ste, 2de noch van de 3de generatie voorouders, maar de huidige godsdienstoverlevering door Surinamers is achtergebleven als een erfenis uit hun koloniaal verleden, met name van de vierde generatie gekerstende voorouders.
Deze 4de generatie heeft onbewust of bewust uit persoonlijk belang niet van het verleden geleerd, want ze is opgegaan in het Katholicisme en koloniaal beleid van hun vroegere onderdrukkers en verder hun nageslachten hiermee opgevoed, die deze kwalijke opvoeding en religieuze trauma weer hebben doorgeven aan hun kroost waardoor de Surinaamse negerbevolking in het heden vastzit met het verleden en derhalve totnogtoe achterlijk en getraumatiseerd is gebleven.
… Jammer genoeg zijn ook de nageslachten van de oorspronkelijke bewoners van Suriname, de indianen, de koloniale en Katholieke dans niet ontsprongen.
Vervolgens zijn zij, die later in Suriname kwamen wonen of van verre werden gebracht als landarbeider met hun eigen godsdienstidioterie o.a. het Hindoeïsme en de Islam, opgegaan in het kolonialisme en hebben gaandeweg dit vroegere euvel een eigen vorm gegeven, zodat de Surinamer in het algemeen nu zo geworden is, een volk beheerst door allerlei trauma’s en waaruit de meesten niet wakker kunnen worden vanwege de pressie door hun directe omgeving, waarvan het overgrote deel bewust niet wakker wil worden uit gemakzucht en persoonlijk belang.
… En ondanks de schaarse mogelijkheden die de huidige generatie geboden worden door de maatschappij waarin zij leven om zich verder sociaal te kunnen ontplooien, hebben de meeste overblijfsels van de slavernij jammer genoeg weinig of geen animo om iets meer bij te leren.
De grote meerderheid tolt vandaag de dag nog steeds doelloos rond in hun eigen kringetje, waarin “vooruitgang” en “vooruit denken” nog steeds taboe zijn.
Hun nageslachten zouden hiervan mogelijk de dupe kunnen worden wanneer ze hun verstand niet gaan gebruiken in de toekomst, maar evenzo terecht komen in dezelfde stroomversnelling die hun onwetende opvoeders ook ten deel is gevallen….
PIJN IS FIJN
… “Pijn” betekend voor een legio inheemse volken in het algemeen een traditioneel verschijnsel die van kinds af aan in de persoon met de paplepel a.h.w. wordt ingegoten. Ze zijn zich nog niet goed bewust van het aanwezige sadomasochisme in hun gelederen.
Ten aanzien van godsdienstbeleving en voorouderverering kan Sadomasochisme bij veel inheemse volken in ogenschouw worden genomen, die als gevolg van een gestoorde ontwikkeling van de menselijke innerlijkheid in een opvoedkundig pril stadium is ontstaan door voorouderlijke gebruiken, stamtradities en leefgewoontes binnen de eigen cultuur.
… Omdat ieder mens in zich de neiging tot onderwerping én de neiging tot overheersing draagt, is het sadomasochistisch gedrag dan een cultivering van deze oerdriften.
… “Zich prettig voelen bij het ontvangen van pijn en foltering”, dus sadomasochisme, is niet genetisch bepaald en moet niet worden beschouwd als een soort ziekte die geneesbaar is, omdat het accepteren van pijn beleving binnen de kring geïncarneerd is in de cultuur, in de mens en in de omgeving waarin men leeft. Denk hiertoe aan gebedsrites tot een God, die de vrome mens meestal dieper in het slijk doet wegzinken in plaats van genezing, verbetering en vreugde te brengen voor degene die deze beogen en niet krijgen, maar toch desondanks nog halsstarrig in hun godsdienstonzin blijven hangen.
In veel primitieve culturen wordt het lichaam analoog de traditie op de een of andere manier verminkt, omdat hun religie dit van hen vereist.
Daarnaast zijn er ook wereldwijd stammen, die zichzelf pijnigen en straffen door zelfverminking, om zodoende de gunsten van een godheid of van bosgeesten of van hun voorouders af te dwingen.
Zo is in bepaalde culturen de gewoonte om de oorlellen of andere lichaamsdelen zoveel mogelijk uit te rekken, hoe meer ze worden gerekt des te mooier het wordt bevonden. Bij sommige stammen verkrijgt men vaak aanzien in de dorpsgemeenschap.
Niet alleen vrouwen dragen oorbellen in de oorlellen, maar ook mannen, waarvan sommige er ook alles aan doen om ze langer of groter te maken. Bij sommige volksstammen is het gebruikelijk om gewichten aan de oorlellen te hangen, opdat ze tot ongewone lengten kunnen uitgroeien. Het past bij hun religie, volksgeloof of stamgebruik en eeuwenoude tradities.
Tegenwoordig wordt zelfverminking, zoals piercings, tatoeages etc., veelvuldig toegepast door mensen van allerlei allooi, niet omdat ze bij een specifieke cultuur horen of onderdanig zijn aan een godheid, maar gewoon omdat ze het persoonlijk erg mooi vinden.
… Ook obia-rituelen en geestenuitdrijving identificeren zich met het ontvangen en zichzelf toebrengen van letsel, waarbij pijn, kwelling en onderwerping een belangrijke rol spelen, evenals de onderdanige gevoelens, die men heeft bij dominantie, waardoor men de bijbehorende pijn voor lief neemt, zelfs als de rituelen overgaan in geestelijke schade en lichamelijk lijden tot de dood erop volgt…
… Zie hier een filmpje over een goed voorbeeld inzake “Pijn is Plezier” in diverse culturen, die in vergelijking met de duiveluitdrijving “Pijn is fijn” door de obiaman in de Surinaamse cultuur grote overeenkomsten vertonen.
… Ofschoon de toedracht van de rite, van deze twee culturen verschillend tot uiting word gebracht vanuit ieder zijn perspectief en achtergrond, is hun achterliggende gedachte hetzelfde, dit is “plezier hebben bij het toebrengen van – en bij het ontvangen van pijn”:
https://www.youtube.com/watch?v=70fZ_keOIgE&t=88s
… Het is soms heel triest om te zien en aan te horen hoe fantasie en werkelijkheid worden verweven tot volslagen verwardheden in een mensenleven. Toch is het niemand gepermitteerd om voorouderlijke overdrachten te verbieden noch stop te zetten, ook al handelt of gedraagt men zich in de ogen van de ander op basis van achterstalligheid, achterlijkheid en onwetendheid.
Ten slotte moet ieder het voor zichzelf weten. Men moet een ieder in zijn of haar waarde laten, ook al impliceert deze een zichtbare muur waar men sowieso pardoes tegenaan loopt.
Enfin lachen is gezond, kijk maar naar de volgende filmpjes inzake de “Wintidans” van een “Bosnegerstam” :
https://www.youtube.com/watch?v=AlTG93lxgnk&t=253s
https://www.youtube.com/watch?v=Ry1jhKV4MXY
https://www.youtube.com/watch?v=5i12u0lEUrI&t=57s
Alsof dit niet genoeg is geloven de gekerstend en getraumatiseerde vrome Surinaamse gelovigen naast dit allesbehalve in een fantasiegod, maar ook in de meest idiootste dingen, die alleen in hun hoofd voorkomen.
Het merendeel van het Surinaamse volk is feitelijk geestelijk gestoord aan wie professionele hulp moet worden geboden.
Het krankzinnig verhaal van o.a. “Stadscreolen”, zie het volgende filmpje over hun fictie “Apoekoe”, maar spoel eerst de idiote Jezus-liedjes even door, die aan het begin van dit filmpje voorkomen …
https://www.youtube.com/watch?v=PyyrambqJ4w
Aan de andere kant worden helaas vandaag de dag geleidelijk aan steeds meer Surinamers, in het merendeel stadsbewoners, de zogenaamde geciviliseerden, in hun zoektocht naar geestelijke rust en weerwraak tegen hun vroegere partners, ex kerkgemeenschap etc. zorgvuldig gebrainwashed door bestaande religieuze instellingen en sektarische belanghebbenden.
Daarbij spelen deze figuren ook handig in op de sociale en geestelijke verwardheid van hun bekeerlingen met hun doldwaze vertelsels!
1. https://www.youtube.com/watch?v=_2E7bSlM8vw&t=393s
2. https://www.youtube.com/watch?v=MWTokWibQjg
… Daarnaast verschuiven deze bekeerlingen, mannen en vrouwen, respectief hun satyriasis, nymphomanie, obia flessentrekkerij en hun andere vroegere kwaadaardige leefwijze, met graagte naar hun bijgeloof als bezeten te zijn geweest door de een of andere dubieuze apuku of winti-geest o.i.d. en zich bekeren tot het godsgeloof van een rivaliserende partij teneinde hun vroegere boosaardige dwaling goed te praten.
… Maar in feite belanden ze van de wal in de sloot.
… Deze voormalige zondaren gedragen zich opeens als de verloren onschuld die zogenaamd bevrijd zijn van de duivel door de kerk en Jezus. De meeste booswichten maken van deze gelegenheid gretig gebruik om, als klap op de vuurpijl, te gaan fungeren als verkondiger van het nieuwe evangelie.
En opnieuw hebben ze zogenaamd van God hun roeping gevonden ter onderdrukking van medemensen. Dit soort wankelbaar gedrag betreft niet alleen Surinamers, maar bijgelovigheid en desertatie komt ook voor bij wereldvolken in andere landen, in alle rassen, stammen en bevolkingsgroepen.
En behept zijn met godsdienst en primitieve idioterie leidt tot onderwerping, destructie en de ondergang van al wat leeft op deze aarde.
… Bekijk de hiernavolgende video’s (maar spoel eerst de idiote liedjes die aan het begin van de filmpjes voorkomen even door) inzake de bekeringspropaganda en ziekelijke opdringerigheid van godsdienstfantasten, profiteurs, idioten, verwarde hersenloze en fantasierijke personen, sektarische stromingen en sluwe religieuze organisaties die fungeren als doorgeefluik van de gevestigde wereldgodsdiensten, om medemensen te indoctrineren, te beheersen, ziekelijk en dom te houden.
Hoe vromer de geest, des te groter het beest.
1. https://www.youtube.com/watch?v=d6sIhW-mFi4
2. https://www.youtube.com/watch?v=cHJTwqAJTdQ
…De achterlijkheid van het merendeel van het onderdrukte volk zal nog vele generaties duren voordat zij geheel verlost is van haar godsdiensttrauma dat zij in al die eeuwen heeft opgelopen door overheersing van kwaadaardige personen onder auspiciën van koloniale en nieuwerwetse instanties.
… Kijk maar naar de filmpjes hieronder waarin de religieuze kronkel (1 Korinthiërs 10) en de door godsdienst verwrongen gedachtegang van de doorsnee gelovige medemens zeer duidelijk naar voren komt in het leven van alledag… Schaamteloos!
1. https://www.youtube.com/watch?v=K7aaaZa50E0&t=97s
2.https://www.youtube.com/watch?v=UNqqWSMNTzM&t=48s
3. https://www.youtube.com/watch?v=5O5LApkmV3E
4. https://www.youtube.com/watch?v=DFdJgt9HrMw
5. https://www.youtube.com/watch?v=y0zFPWNJyPw
Natuurlijk zijn er genoeg voorbeelden van individuen in de Surinaamse samenleving die in hun nuchterheid ergens een lans voor breken. Helaas worden deze omringd door de heersende godsdienstklasse die hun oprechte mening niet in dank afneemt en al heel gauw de keerzijde van de medaille ervaren in hun verdere leven.
… Ze worden monddood gemaakt en gedwongen om verder met het bootje van de verraderlijke religieuze maatschappij te blijven varen.
Zie de volgende filmpjes:
1. https://www.youtube.com/watch?v=u6xJ2mVts_I
2. https://www.youtube.com/watch?v=PgUr-c4QvdI
De Realiteit in deze tijd
*** IN HET ECHTE MENSENLEVEN MOET DE MENS EERLIJK ZIJN TEGEN ELKAAR. IEDEREEN HEEFT ZIJN EIGEN MENING WAT NIEMAND ANDERS HEEFT!***
A. Het Vishnuh-Genootschap heeft geen respect voor geen enkele religie, want hoe kunnen wij respect opbrengen voor religies, die de uitvinders zijn van hypocrisie, liefdeloosheid, volkerenmoord, discriminatie, onderdrukking en egoïsme?
B. … Daarnaast heeft het Vishnuh-Genootschap ook geen eerbied voor instellingen, die een godsdienst consolideren en verspreiden. Om humanitaire redenen kunnen wij de instituten niet respecteren, die sinds vroegere tijden onderwerping, overheersing, gewetenloosheid, verdeeldheid hebben gepromoot en voorts ellende en tweespalt voor de mensheid gebracht, alsmede de oorzaak is van onderlinge oorlogen, volkerenhaat en genocide, en nu nog, en van allerlei wereldwijde mensenrechtenschendingen namens hun God.
C. Voorts heeft het Vishnuh-Genootschap ook geen respect voor mensen die hun religie beschouwen als hun culturele erfgoed, omdat dit soort mensen bewust of onbewust aanhangers zijn van ellende, wreedheid, oorlog, kastenstelsel, armoede en onderdrukking.
Wij kunnen om duidelijke redenen dus geen mensen liefhebben die bewust/ hetzij onbewust hun nageslachten dom blijven houden teneinde hun achterlijkheden te verbloemen in een waas van vroomheid en voorouderlijke traditie, die steeds zal ontaarden in misère voor hun nakomelingen en medemensen.
Verder kan het Vishnuh-Genootschap van de onder A, B & C genoemde niets zeggen over “ze in hun waarde laten”, daar dan sprake zal zijn van valse waarde. En alles wat tegen de menselijkheid indruist is sowieso waardeloos.
Maar het Vishnuh-Genootschap heeft groot respect voor alle levende wezens als onderdeel van de baarlijke natuur. Het Vishnuh-Genootschap zegt liever alles eerlijk en oprecht en kan niet slijmen met medemensen.
Zo zegt de leer van Vishnuh:
“Wie respect heeft voor zijn medemensen zal altijd de dingen zeggen zoals ze zijn, omdat het een grote misdaad is om medemensen achterlijk te houden en te misleiden.”
Voorts zal het Vishnuh-Genootschap zich nimmer bezighouden met de religieuze wereld op grond van dat deze haar wel of niet respecteert. Dit, omdat het Vishnuh-Genootschap geen aandacht schenkt aan de wijze waarop religie omgaat met respect ten opzichte van andersdenkenden, daar religieus gerelateerde organisaties/ instellingen/ kerken en met religie behepte kwaadaardige mensen nog nimmer hebben aangetoond de intentie van het begrip respect te hebben begrepen en derhalve nooit respect gekend.
… Aldus kan de religieuze wereld een ander niet respecteren vanwege de “religieuze vloek” oftewel de “erfzonde” die voortbestaat en in hun gelederen is geïncarneerd.
Zie hiertoe naar de religieuze ellende van vroeger en de overbrenging daarvan naar het heden.
God is nu daar waar hij thuishoort, achter de tralies.
En wanneer er in het verleden door de kerk en hypocriete religieuzen sprake was van respect bleek dit valse respect te zijn geweest. Dit, omdat zij die in naam van hun fictie God oorlogen hebben gevoerd en medemensen misleid, benadeeld c.q. gemassacreerd door de eeuwen heen om nummer één te worden in de toekomst, onbetrouwbaar zijn, en in alle tijden niet te vertrouwen.
Dit soort kwaadaardige mensen en instellingen, zullen in velerlei opzichten hun snode plannen telkens herhalen.
Tegenwoordig, presenteren velen zich in allerlei liefdadigheidsgezichten met hun schijnbaar vredelievende bedoelingen en zodoende hun kwaadaardigheid omgeven met gezichtsbedrog, zodat mensen geen onderscheid meer weten te maken tussen goed en kwaad.
Dit zijn allemaal sociale tactieken die godsdiensten in deze huidige tijd hebben ingezet om de onschuldige mensheid tot hun geloof te bekeren. En met geld kan men de mens ook kwaadaardige dingen doen geloven. Hierdoor zijn deze twee uitersten, goed en kwaad, verworden tot een gokelement voor de radeloze en onwetende mensheid.
Daadwerkelijk respect betrachten voor zijn medemensen is: “Destructie, en de brand in alle godsdienstboeken c.q. religie”, zodat alle kwalijkheden die ooit werden gecreëerd door kwaadaardige mensen met gebruikmaking van hun misdadig verzinsels Bijbel, Koran, Thora, Bhagavad-Gita, Tripitaka, Sektarische creaties, etc. allemaal tot het verleden gaan behoren.
Het is goed om in onszelf te geloven en degenen te vertrouwen die dat verdienen. Wie wereldvrede, harmonie, eerlijke verdeling en gelijke rechten voor alle mensen wil bewerkstelligen, dient met een schone lei te herbeginnen en niet afwachten wie het eerst zijn harnas afdoet, maar door zijn eigen religieuze kuras op de grond te werpen ten teken van respect voor alles wat de natuur ooit heeft voortgebracht en nog voortbrengt als de schepper van alles wat heeft geleefd, leeft en nog moet leven.
De Nature is de schepper des levens. Ere wie ere toekomt.
.. Weet en laat weten….
Niemand is toevallig wijs geworden, want wijsheid komt niet uit het Oosten, Westen, Zuiden noch uit het Noorden, alsook is wijsheid niet gerelateerd aan de Bijbel, Koran, Bhagavad-Gita, Thora, de Tripitaka, et cetera, maar wijsheid wordt geboren uit degene die eerlijk is tegen zichzelf en jegens zijn medemens.
… Maar ondanks de wijsheden of tekortkomingen die de mens in het algemeen met zich meedraagt, toch heeft ieder recht van leven, vrije meningsuiting en zelfbehoud, behalve degenen die onderdrukking van hun medemens voorstaat volgens hun zelfverzonnen heilige boek, en die de natuur beschouwen als hun privébezit.
… De wereld is van en voor iedereen en ook voor alles wat zich op deze aarde bevindt, die de ander het licht in de ogen gunt. Levende wezens zijn de producten van de levende natuur, die de schepper is van alles wat is en was. En het Universum, dat de Natuur omvat is groter dan alle goden.
Daarom mensen van de wereld, stop met het continueren en doorgeven van de valse voorouderlijke beloftes aan uw nageslachten, inzake paradijs, Nirwana, Walhalla, Djenna, Hemel en Hel, en laat de zogenaamde heilige boeken, die het kwaad van kwaadaardige mensen vertegenwoordigen, vanaf nu en voor altijd allemaal tot het verleden gaan behoren als nostalgie en niets meer.
… Kijk naar de tijd van nu en richt uw visie op de toekomst met verantwoordelijkheid voor uw medemensen door in de realiteit te blijven en door de onwetende mensheid te wijzen op de realiteit van de natuur die het leven omvat.
Dus…. Leef en laat leven
Door Gurubesar: Lancar Ida-Bagus/ R.R.Purperhart
Namens het Vishnuh-Genootschap